Van 2 tot 6 juni hebben ongeveer 200 jongeren uit 35 Europese landen de derde Europese Jeugdweekin Brussel bezocht. Zij hebben daar hun visie gegeven op de toekomst van Europa en op het beleid dat voor hen directe gevolgen heeft. De jeugdweken vestigen de aandacht op jongerenprogramma's en jongerenbeleid en brengen een levendige dialoog op gang tussen beleidsmakers en jongeren. Dit jaar stonden sociale inclusie en diversiteit centraal.
Enkele brandende vragen waren: Moeten studenten van buiten de EU niet zonder visum of extra kosten hier kunnen studeren? Moet er niet één enkele vertegenwoordiger van de EU in de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties komen? En is het niet tijd zestienjarigen stemrecht te geven voor het Europees Parlement, nog voor de verkiezingen in 2009.
De EU-vertegenwoordigers hebben beloofd rekening te houden met de conclusies van de boeiende discussies. Een aantal van die aanbevelingen gaan rechtstreeks in de politieke pijplijn. De meeste hebben te maken met jongerenbeleid, zoals de oprichting van jongereninformatiecentra in alle EU-landen. Die moeten zich bezig gaan houden met belangrijke zaken voor jongeren, zoals pesten, veilig vrijen, drugsmisbruik, huiselijk geweld en werkloosheid.
Commissaris voor Jeugdzaken Ján Figel’ benadrukte dat jongeren onmisbaar zijn en een actieve rol moeten blijven spelen in het beleid.
"Geen woorden maar daden", zei Europarlementslid Lissy Groner. Zij moedigde jongeren aan er bij hun eigen vertegenwoordigers in het Europees Parlement op aan te dringen de conclusies hoog op de nationale politieke agenda van hun land te zetten.