Juridische mededeling | Over de EUROPA-website | Zoeken | Contact
Europa viert feest! - 50e verjaardag van het Verdrag van RomeSla taalkeuzebalk over (sneltoets: 2) 01/02/2008
EUROPA > 50e verjaardag > Nieuws en media > Interview

Zij waren erbij!

Zij waren erbij!
Raymond Barre, vicevoorzitter van de Commissie (1967-1973) en commissaris voor economische en financiële zaken

08/06/07

Twee voormalige eurocommissarissen, Raymond Barre en Mario Monti, kijken terug op de eenwording van Europa en vertellen wat zij hopen voor de toekomst.

Welke gebeurtenis na de ondertekening van het Verdrag van Rome in 1957 heeft de meeste indruk op u gemaakt?

Raymond Barre, vicevoorzitter van de Commissie (1967-1973) en commissaris voor economische en financiële zaken

Raymond Barre: Sinds 1960 heb ik allerlei gebeurtenissen meegemaakt die relevant waren voor de Europese Gemeenschap en later de Europese Unie. Vaak kwamen zij onverwacht, maar altijd waren zij vruchtbaar voor de vooruitgang van deze ambitieuze onderneming. Het zal u niet verbazen dat de totstandbrenging van de Economische en Monetaire Unie op mij de meeste indruk heeft gemaakt. In 1969 heb ik de eerste voorstellen voor dit grootse plan ingediend. Die werden aangenomen en dienden later, in december van dat jaar, als uitgangspunt voor een besluit van de staatshoofden en regeringsleiders van de Europese Unie. Daarna heb ik me als eerste minister in Parijs beziggehouden met de invoering en werking van het Europese Monetair Stelsel. In 1999 werd uiteindelijk dankzij de talloze inspanningen en de niet-aflatende politieke inzet van Frankrijk en Duitsland de Economische en Monetaire Unie opgericht. Elk plan van de Europese Gemeenschap vergt nu eenmaal veel tijd en geduld.

Mario Monti, commissaris voor interne markt (1995-1999) en mededinging (1999-2004).

Mario Monti: De Europese integratie is niet een toestand, het is een dynamisch proces van vooruitgang en tegenslag, die beide een prominente rol spelen in dit unieke historische avontuur. En ook wat er niet gebeurd is, speelt een fundamentele rol. Tegen deze achtergrond zijn er drie gebeurtenissen die er voor mij uitspringen:

- De belangrijkste positieve gebeurtenis is de hereniging van Europa op 1 mei 2004. Een model dat vijftig jaar geleden is bedacht, heeft bewezen te werken onder uiterst moeilijke en totaal onvoorspelbare omstandigheden en heeft voldaan aan de verwachtingen van landen en volkeren ten aanzien van democratie en economische en sociale vooruitgang.

- De grootste tegenslag was de afwijzing van het grondwettelijk verdrag door de Franse bevolking op 30 mei 2005, enkele dagen later gevolgd door de Nederlanders. Dit heeft het proces vertraagd dat Europa efficiënter moest maken en heeft ook duidelijk gemaakt dat er een grote kloof gaapt tussen de Europese burgers en de instellingen die geacht worden hun te dienen. Het heeft ook op afschuwelijke wijze duidelijk gemaakt hoe diep het cynische spelletje van allerlei nationale politieke leiders en volgelingen om, bij gebrek aan leiderschap, de schuld op Europa te schuiven en zo hun eigen verantwoordelijkheid te verdoezelen, in tal van lidstaten is doorgedrongen. Toch zal misschien blijken dat deze enorme domper wel eens hard nodig kan zijn geweest, omdat iedereen die in Europa, zowel op nationaal als op EU-niveau, een politieke functie bekleedt, gedwongen is eens diep na te denken over hoe Europa zich volwassener kan gaan gedragen.

- De allerbelangrijkste "gebeurtenis" van de afgelopen vijftig jaar die ook veruit de grootste betekenis heeft, is de vrede die al die jaren tussen de leden van de Europese Unie heerst en die hopelijk ook nog lang zal standhouden. Als de oprichtende landen er niet toe waren aangezet om in een gemeenschap met elkaar samen te werken, zouden zij – en vooral de twee grootste onder hen – misschien al lang weer zijn vervallen in hun oude gedrag, namelijk dat van elkaar bestrijdende landen.

Wat hoopt u voor de Europese familie in de komende vijftig jaar?

Raymond Barre: Ik ben niet bang dat de Europese Unie na de uitbreidingen uiteen zou kunnen vallen. Ik geloof dat alle lidstaten, zowel de oude als de nieuwe, ervan overtuigd zijn dat zij belang hebben bij een consolidatie en ontwikkeling van de Europese Unie. Maar ook daarvoor geldt dat alleen bij een duurzame inspanning resultaat kan worden geboekt. Twee terreinen zullen volgens mij in de komende vijftig essentieel blijken voor de ontwikkeling van de Europese Unie: in de eerste plaats is dat de ontwikkeling van een buitenlandbeleid dat de Unie in staat stelt haar opvattingen en belangen in de internationale betrekkingen te doen gelden. In de tweede plaats is dat defensie: wil de Europese Unie serieus worden genomen, dan is een eigen defensie-instrument onmisbaar. Op beide gebieden kan, net zoal bij de monetaire unie, die in de eerste plaats gevolgen had voor de soevereiniteit van de lidstaten, alleen een permanente inzet tot tastbare resultaten leiden. Dat zijn voor mij de voornaamste ingrediënten voor het "Europees Europa" waarnaar ik zozeer verlang.

Mario Monti: Ik hoop dat mijn visie al voldoende duidelijk is geworden uit mijn antwoord op de eerste vraag. Ik zou er slechts één ding aan willen toevoegen, niet als iemand die tien jaar commissaris is geweest (en stagiair gedurende drie inspirerende maanden toen het Verdrag van Rome nog maar 7 jaar oud was), maar als burger van Europa, namelijk dat ik het personeel van de Europese instellingen en hun voorlopers erg dankbaar ben. Natuurlijk kunnen en moeten zij het, net als de rest van ons, nog beter doen.  Maar we moeten hen dankbaar zijn voor wat zij voor Europa hebben gedaan.

Juridische mededeling | Over de EUROPA-website | Zoeken | Contact | Naar boven