Deze week is het twee jaar geleden dat het Kyoto-protocol in werking is getreden. In dit protocol is overeengekomen de uitstoot van broeikasgassen die de opwarming van de aarde en de klimaatverandering veroorzaken, geleidelijk te verminderen.
De klimaatverandering [DE] [EL] [EN] [FR] heeft alsmaar meer gevolgen voor ons dagelijks leven. In december 1997 kwamen leiders van de hele wereld in Kyoto (Japan) overeen de industriële uitstoot van broeikasgassen in hun landen te beperken. Sommigen hebben zich voorgenomen hun uitstoot tegen 2012 met 8% te verminderen in vergelijking met 1990. De overeenkomst trad in werking op 16 februari 2005.
De EU is een groot voorstander van deze overeenkomst [EN] en heeft herhaaldelijk bewezen dat zij vastberaden is de opwarming van de aarde te bedwingen.
"Het staat vast dat de strijd tegen klimaatverandering meer dan een veldslag is. Het is een wereldoorlog die vele jaren zal duren", zo zei Stavros Dimas, eurocommissaris voor milieu, [EN] onlangs nog.
De EU heeft een aantal maatregelen genomen om haar uitstoot te beperken en de Kyoto-doelstellingen te halen, in het bijzonder het propageren van duurzame energiebronnen, zoals wind, zon, golfslag en biomassa. Ook energiebesparingen zijn belangrijk om de uitstoot van vervuilende gassen te verminderen.
De EU is ervan overtuigd dat kleine dingen verschil kunnen uitmaken. Daarom begon zij in 2006 de campagne ”Klimaatverandering heb je zelf in de hand”. Met deze campagne wil de EU de Europeanen aanzetten kleine dingen te veranderen in hun dagelijks leven:de temperatuur in huis wat lager zetten, spaarlampen gebruiken, minder met de auto rijden enz.
De opwarming van de aarde is niet alleen een Europees probleem. Daarom probeert de EU haar partners over de hele wereld in deze strijd te betrekken. Een daarvan is de VS, ook al heeftl die de overeenkomst niet geratificeerd.
Het Kyoto-protocol is slechts een eerste, maar belangrijke stap. De EU is al begonnen aan besprekingen met 188 landen over de bestrijding van de klimaatverandering na 2012. In de toekomst zal meer geld moeten worden uitgetrokken voor de bescherming van bossen, de ontwikkeling van milieuvriendelijke technologie en de productie van biobrandstoffen.
