Antonio Gamoneda weegt zijn woorden, zelfs tijdens een interview. Alsof hij aan een gedicht werkt. Met 17 poëziebundels en verscheidene andere werken op zijn naam wordt Gamoneda beschouwd als één van de grootste talenten van de hedendaagse Spaanse poëzie. De Europese Prijs voor Literatuur had hij al op zak, en nu is hem ook de prestigieuze Cervantesprijs voor 2006 toegekend.
"Voldoening", zo omschrijft Antonio Gamoneda zijn gevoel over de erkenning die hij heeft gekregen. "Maar ik ben me ervan bewust dat mijn poëzie nu nog net zo klinkt als vóór alle prijzen", voegt hij er met een glimlach aan toe.
De Cervantesprijs wordt elk jaar toegekend aan een Spaanstalige auteur als erkenning voor zijn hele oeuvre, en het is de meest prestigieuze literatuurprijs van Spanje. Maar ook ver buiten de Spaanstalige wereld wordt het werk van Gamoneda gelezen - vorig jaar kreeg hij de Europese Prijs voor Literatuur als erkenning voor zijn centrale rol op het Europese literaire podium.
De wortels van het werk van Gamoneda liggen in de Europese cultuur en hij noemt zichzelf een Europeaan. Hij is geboren in 1931 en heeft de groei van de EU de afgelopen 50 jaar gevolgd. Hij zegt dat een dergelijke sociale evolutie natuurlijk wel een bepaalde invloed op de literatuur zou kunnen hebben, maar als dat bij hem al het geval is geweest, dan in ieder geval niet bewust. Hij is vooral sterk beïnvloed door de ontwikkeling van zijn eigen land sinds het lid is geworden van de EU.
"Spanje heeft altijd problemen gehad met spanningen tussen nationalistische groeperingen. De situatie is minder problematisch geworden sinds het land bij de Europese Unie hoort. De EU heeft dus gezorgd voor een zekere eenheid in Spanje. Mijn hoop voor de toekomst van Europa is dat de Europeanen zich nog meer verenigen."
Welke plaats heeft de poëzie in een verenigd Europa?
Gamoneda denkt even na voor hij antwoordt. "Poëzie is geen weerspiegeling van de objectieve werkelijkheid in Europa. Maar het is iets dat mensen hoop geeft. En soms kan het mensen zelfs veranderen."
Fragment uit Descripción de la mentira, 1977
De la verdad no ha quedado más que una fetidez de notarios,
una liendre lasciva, lágrimas, orinales
y la liturgia de la traición
(...)
¿Qué lugar es éste, qué lugar es éste?